Het was alsof iemand mij riep: ‘Kom en lees’.

Ik vond het niet moeilijk om het christelijk geloof te aanvaarden, maar wel om de Islam achter mij te laten. Hadden mijn ouders, grootouders en alle vorige generaties het bij het verkeerde eind gehad?

 

Ik ben geboren in het Islamitische Iran. Als wij van een andere cultuur en een andere religie ons bekeren tot Jezus kun je dat vergelijken met een wedstrijd. Het is bijna onmogelijk voor een moslim om christen te worden. Bekering is geen zaak van het verstand alleen, het gaat erom dat we gezalfd worden in onze geest. Ik was een oprechte moslim, maar toch was ik ver van God. Ik bad, ik vastte en volgde alle wetten van de Islam. Ik zocht steeds naar meer, naar beter, studeren, bidden, mediteren. Ik zocht naar iets dat onbereikbaar was. De moeilijke situatie in Iran maakte dat ik meer over het christelijk geloof ging nadenken. Ik vond het wel vreemd om te denken dat ik dan mijn hele leven in onwaarheid geleefd zou hebben. Ik was teleurgesteld in Iran en in de Islam. Ik kende wel christenen maar tegelijkertijd was ik een heel serieuze moslim. Dat komt omdat ik een Azeri ben en die zijn over het algemeen heel gelovig. Ik hield er wel van om over de Bijbel te discussiëren, maar dan wel om te laten zien dat de Islam toch gelijk had. Ik dacht dat ik elke discussie kon winnen. Hoe meer ik in de Bijbel las, hoe meer ik echter ging zien dat de zwakheid in mijzelf zat en de waarheid in de Bijbel.

Ik heb geen wonderen meegemaakt of dromen gehad. Die had ik trouwens toch niet geloofd. De woorden van de Bijbel overtuigde mij echter wel. God roept iedereen op een andere manier. Hij riep mij al een hele tijd, maar ik hoorde Hem heel lang niet. Als ik de Koran las, kwam ik vaak dingen tegen die negatief op mij overkwamen.
Lange tijd was ik verward. Ik bad soms als moslim 5 keer per dag en de volgende dag helemaal niet. Ik was altijd heel fel geweest. Door het lezen in de Bijbel werd ik steeds zachtmoediger. Dat was een vreemde ervaring. Ik vond het niet moeilijk om het christelijk geloof te aanvaarden, maar wel om de Islam achter mij te laten. Het was alsof ik een stel oude kleren uit moest doen en nieuwe kleding moest aantrekken.
Er kwam een moment dat ik het helemaal niet meer wist. De Islam was vertrouwd en toch wist ik dat ik alleen God moest zoeken. De Islamitische wet, de sharia voelde als kettingen en dat wilde ik niet meer. Ik kwam in een leegte en dat duurde een lange tijd. Hadden mijn ouders, grootouders en alle vorige generaties het bij het verkeerde eind gehad? Bestond God eigenlijk wel? Wat gebeurt er allemaal in de wereld? Als ik de Bijbel opende was het alsof iemand mij riep: ‘Kom en lees’. De Bijbel was mijn voedsel geworden. Als ik las kwam ik tot rust. Ik had het warm en de Bijbel verkoelde mij. Stoppen met Islam was moeilijk. Van alle kanten hoorde ik ideeën, het was een heel gevecht. Soms dacht ik op de goede weg te zijn en dan bleek het toch heel anders te zijn. Ik was net als een kind in een donker huis. Ik was bang om iets fout te doen. In de Islam is het onvoorstelbaar dat God een Zoon heeft en dat deze Zoon vlees is geworden.

Als we naar een winkel gaan kunnen we uitzoeken wat we nodig hebben. De Bijbel was de winkel van mijn hart. Ik vond alles wat ik nodig had, maar ik wilde het niet betalen en meenemen. Ik ging niet naar een bijbelkring of huiskerk, ik kreeg er de kans niet voor. Ik was er ook te bang voor: “Misschien word ik wel een zoutpilaar als ik ga” dacht ik. Ik bad wel tot God: “Wie bent U?” “Wat is uw plan voor mijn leven?”
Vanwege de moeilijkheden in Iran besloot ik naar Denemarken te gaan. Daar kende ik iemand. Op Schiphol werd ik aangehouden en zo ben ik in Nederland terechtgekomen. Ik zat 4 dagen in de gevangenis op Schiphol. Dit werkte positief uit voor mijn geloof. Ik maakte daar kennis met een Iraanse christen van de Kores kerk in Apeldoon. Ik heb een afspraak met de voorganger, Mashoud, gemaakt. Ik wilde antwoorden op al mijn vragen hebben. Omdat ik zo aandrong mocht ik bij hem thuis komen. Na 2 à 3 uur met hem gesproken te hebben, was ik overtuigd en was mijn twijfel weg. Ik ben toen door Mashoud gedoopt. Mijn dooptekst was Matteus 28:19: Gaat dan heen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
Toch bleef de twijfel nog vaak terugkomen. Later ben ik overgeplaatst naar het AZC te Leersum en leerde ik de broeders en zusters van Elim kennen. Ik heb nu een wapen gevonden tegen mijn twijfel: samen zijn met broeders en zusters. Ik zie nu dat God alles stap voor stap geregeld heeft om mijn twijfel weg te nemen. Ik ben nu anderhalf jaar in Leersum en ik kan nu echt zeggen: “Jezus is het begin en het einde voor mij.”

Mehrdad N.