Mijn hele lichaam trilde – Elim

Mijn hele lichaam trilde

Mijn hele lichaam trilde en ik luisterde naar het lied.
Ik heb heel veel moeite gehad om van geloof te veranderen. Maar ik weet nu dat ik in goede handen ben gekomen en dat geeft mij rust. God heeft mij in deze tijd van strijd en twijfel geholpen. Ik heb zes keer een droom gehad.

 

Ik ben opgegroeid in een moslim gezin. Ik moest bidden en een hoofddoek dragen. Toch waren mijn ouders niet heel erg streng. Bidden en hoofddoek moest vooral als er visite was.
In Afghanistan was ik meestal thuis met mama en ik moest thuis leren. Op vrijdag gingen we naar de moskee en moest ik vanaf mijn 9e jaar de hoofddoek dragen. Ik was 14 toen ik in Nederland kwam. Ik moest bij mijn oom wonen. Hij was streng islamitisch, maar ik mocht toch soms zonder hoofddoek naar buiten.
Vanaf mijn kinderjaren was ik al eigenwijs. Ik had mijn eigen vrije meningen over dingen. Ik deed graag wat ik zelf wilde. Dat gaf voortdurend problemen met mijn oom en tante. Toen kwam mijn moeder naar Nederland, zes maanden na mij. Ik was hier in Nederland al gewend en ik was veranderd. Mama was hier erg verbaasd over en wij hadden steeds ruzie. Over de hoofddoek, over een penvriendje op Facebook wat niet mocht etc.
Toch bad ik in die tijd wel, maar niet als moslims. Ik heb altijd geloofd dat God bestaat en ik vroeg Allah om hulp. Maar ik heb nooit als moslim geleefd zoals mijn ouders wilde. Daarom zeiden ze altijd dat ik een slecht meisje was. En zo voelde ik me ook. Niet af en toe, maar altijd.

Nadat mijn moeder naar Nederland was gekomen woonden wij op het AZC. Er was een meidenclubje op vrijdag. Daar ging ik heen. De leiders waren christelijk. Zo kreeg ik christelijke vriendinnen en ging ik bijvoorbeeld mee naar de EO jongerendag. Bij de meidenclub leerde ik bidden. We moesten eerst danken en daarna mochten we ook iets vragen aan God. Dat je eerst ging danken was voor mij heel mooi. Ik vertelde het aan mama. Soms vond ze het mooi, maar een andere keer weer niet.
Toen leerde ik mijn vriend Amir-Ali kennen. Hij was christelijk en ik ging een paar keer met hem mee naar de kerk. Hij is een hele rustige jongen en heeft echt controle over zijn leven. Het maakte indruk op mij. Hij heeft veel invloed op mij gehad. Soms kwam hij met de bijbel naast mij zitten en vertelde mij hoe ik rustig kon worden. Zo kreeg ik steeds meer interesse voor het christelijk geloof.
Toen had ik een interview bij de IND. Ik zei dat ik interesse had voor het christelijk geloof, maar nog geen christen was. Ik praatte heel veel met mijn christelijke vriendinnen over het geloof. Ik vroeg aan hen waarom ze christen waren. Maar ik sprak daar niet over met mijn ouders.

Toen kwam ik in april 2017 op het paasfeest van Elim. Dat was de eerste keer dat ik op een Farsitalig christelijk feest kwam. Op een gegeven moment werd het lied Band-band-dele-man gezongen (“Elk deel van mijn hart verlangt naar U”). Ik stond bij de deur en een grote warmte kwam in mij en over mij. Ik weet niet hoe, een enorm warm gevoel. Mijn hele lichaam trilde en ik luisterde naar het lied.
Toen ben ik met een Afghaanse vriendin naar huis gegaan en ik vertelde haar wat ik had ervaren. Maar zij had dat gevoel niet. We waren met een aantal meiden bij elkaar. Dat warme gevoel van de heilige Geest is heel lang bij mij gebleven. Ik werd steeds serieuzer. Ik wilde graag handenvouwen met bidden zoals de christenen doen, maar durfde het niet. Ik had veel gesprekken met Mehran. Hij legde mij veel uit. Ik had veel twijfels, maar ik wilde wel graag. In ieder geval wist ik zeker dat ik wilde stoppen met het geloof van mijn ouders. Ik werd steeds meer overtuigd dat ik als christen wilde leven.

Om de dag zag ik mijn moeder omdat ik moest stempelen. Maar ik zei alleen hallo en ging dan weer terug naar mijn vriendinnen. Een aantal weken na Pasen zei ik tegen mijn moeder dat ik iets met haar wilde delen. Ik zei tegen haar dat ik sinds Pasen naar de kerk ging en dat ik christen was geworden. En dat ik veel rust had gekregen. Eigenlijk wilde ik haar hiermee ook helpen. Ik hoopte dat zij ook interesse in Jezus zou krijgen. Toen werd zij heel erg boos, woedend zelfs. Ik zei ‘als je mij niet accepteert, waarom noem je mij dan je dochter?’ ‘Ik wil niet zo’n dochter hebben’ zei ze en nog veel meer hele erge woorden. Toen ben ik van de ene dag op de andere thuis weg gegaan en illegaal geworden. Ik sliep een paar maanden bij vrienden en bij Amir-Ali.

Ik heb heel veel moeite gehad om van geloof te veranderen. Maar ik weet nu dat ik in goede handen ben gekomen en dat geeft mij rust. God heeft mij in deze tijd van strijd en twijfel geholpen. Ik heb zes keer een droom gehad. Maar drie keer dezelfde droom. Ik had heel veel moeite met wat mijn moeder tegen mij had gezegd. Ze heeft hele erge woorden over mij uitgesproken. En voortdurend moest ik eraan denken hoe mijn moeder zulke erge woorden over mij kon uitspreken. En toen kreeg ik ’s nachts een droom. Ik zag de duivel aan mijn linkerkant. Hij zegt tegen mij ‘als je deze koran niet leest, gaat jouw vader dood’. En in mijn droom zag ik dat. Ik trilde en ik huilde, maar ik kon niets zeggen. Ik dacht, ik ben nu christelijk en ik wil niet de koran lezen. Ik kon alleen maar de naam van Jezus uitspreken. Dat deed ik en toen zag ik aan mijn rechterkant een groot wit vlak. Ik kon niet zien of het een persoon of een doek was. En een stem zei toen ‘kijk alleen naar mij, kijk niet om je heen.’ En toen werd ik wakker. Die droom heb ik drie nachten achter elkaar gehad. Steeds dezelfde droom. En vanaf die dag gingen mijn twijfels weg. Ik geloof echt dat ik Jezus altijd zal blijven volgen, mijn hele leven. Ik weet nu echt dat ik de goede weg heb gekozen.

De rust die ik als christen heb ervaren, heb ik als moslim nooit gehad. In de bijbellessen van Farah heb ik veel geleerd. Ik stuurde haar mijn vragen en zij hielp mij om dingen te begrijpen.
Verder is voor mij het belangrijkste dat Jezus zijn leven voor mij heeft geofferd. En dat Hij mensen die niet in Hem geloven ook liefheeft en wil helpen. En dat Hij de mensen die Hem hebben gekruisigd heeft vergeven.
Sinds ik christen ben geworden is alles veranderd. Ik ben aardiger geworden, ik vergeef sneller, ik bid vaak en veel. Ik praat de hele dag met God. Ik lach meer, ik dank God voor alles en ben gelukkig.

M.M., 26-01-2018