NIEUWS
Vloeibare kerk
Vloeibare kerk
© Elim 2007, André Bikker
De jongerenwereld is voor trendwatchers en marketing mensen een zeer sterke indicator als het gaat om het voorspellen van trends. De positionering van producten wordt vaak vooraf getoetst door ongerenpanels. Niet verwonderlijk dat uit de mond van jongerenwerkers ook kritische noten zijn op te tekenen als het gaat om de toekomst van de kerk.
Inhoud in plaats van vorm
Pete Ward, met als achtergrond pionierend jongerenwerker en docent aan Kings College in Londen, schreef het boek: De kerk als water, of The Liquid Church. De centrale vraag die hij stelt is:”Waarom zouden we niet op de inhoud letten in plaats van op de vorm? De kerk is tenslotte niet het glas, maar het water; niet de kade, maar de haven; niet de oever, maar de stroom. Interessant is de vraag wat het nut is van het glas, de kade en de oever? Deze vraag wil ik in dit artikel laten liggen, maar met u de woorden liquid (vloeibaar) en solid (vast/stevig/solide) op het functioneren van christelijke leefgemeenschappen projecteren. Pete Ward geeft een situatieschets over de kerk: het huidige kerktype dat staat in een vloeibare samenleving, die is gebaseerd op keuzevrijheid, snelle communicatie en sterke mobiliteit, kan niet overleven. Het argument dat hij aanhaalt is: de kerk heeft de vorm aangenomen van een instituut. Instituten worden gewantrouwd door postmoderne mensen. Een instituut houdt vast aan traditie en wordt nog steeds sterk topdown aangestuurd.
Vloeibaar maar wel solide
Wat betekenen de woorden vloeibaar en solide voor christelijke leefgemeenschappen? Voelen wij ons als leefgemeenschappen niet vaak het alternatief voor de versteende vormen van kerk zijn? Zijn wij niet eigenlijk de kerk zoals hij ooit heeft gefunctioneerd in Handelingen? Wij zijn toch vloeibaar en maatschappelijk betrokken? Wij die ons open stellen door maaltijden en gastenkamers, voor de wijk en zoekende mensen. Feitelijk klopt het. Toch wil ik vanuit mijn eigen ervaring met het leven in een woongroep enkele punten signaleren.
- Het wonen in een leefgemeenschap vraagt veel energie en aandacht. De communicatie openhouden, doelstellingen helder houden, nieuwe mensen, onderhoud van het pand. Energie die we niet kunnen steken in onze netwerken buiten de gemeenschap.
- De gemeenschap voorziet in een groot deel van onze behoeften. Onze buren staan daardoor een kring verder bij ons vandaan dan onze medebewoners. Het van je af praten kan vaak binnenshuis. Vrienden kunnen daarmee op afstand komen.
- Grondleggers zijn vaak (te) lang de dobber waar de gemeenschap op drijft. De mensen van het eerste uur worden meer en meer de norm door hun ervaring en kennis. Daardoor kunnen ze remmend werken bij vernieuwing en het zijn van een vernieuwende en vloeibare organisatie.
- Bezoekers, gasten en vrienden van de gemeenschap kunnen verworden tot middel om doelstellingen te realiseren en geen kostbare relaties waar je zuinig op moet zijn.
- Nieuwe initiatieven binnen het netwerk van woongroepen en leefgemeenschappen worden door de bestaande woongroepen snel overladen met goed bedoelde waarschuwingen die elk initiatief in de kiem smoren.
- Een woongroep of leefgemeenschap kan voor zijn omgeving ook verwarrend en bedreigend
zijn in plaats van uitnodigend. - Idealisme kan een dogma zijn. Voorbeelden hier van zijn: ‘We moeten alles gemeenschappelijk doen’ , en: ‘Als we onze oorspronkelijke doelstelling loslaten, kunnen we wel stoppen’.
Waarschijnlijk is het voor hen die langer in een leefgemeenschap leven, min of meer herkenbaar. Daarom durf ik te concluderen dat een leefgemeenschap, als ze ouder wordt, tevens statischer wordt. Veranderingen raken aan je thuis zijn en roepen snel een gevoel van onveiligheid op. Stabiliteit is ook nodig om te overleven als gemeenschap, maar vormt tevens de grootste bedreiging. Het in hoog tempo verdwijnen van kerken en kloosters in de afgelopen 20 jaar is daar een schrijnend voorbeeld van. Wat kunnen wij als leefgemeenschappen en woongroepen leren van het signaal van Pete Ward, de bovenstaande praktijkpunten en de neergang van kerken en kloosters?
Zeven woorden
Zeven woorden die een denkrichting kunnen zijn om in een balans te komen tussen de veilige kaders van de traditie en de flexibele kwetsbaarheid van een vloeibare organisatie.
- Van regels naar liefde. Onderlinge liefde geeft meer veiligheid dan regels.
- Anderen zijn anders. Leer accepteren dat anderen anders zijn. Accepteer hen in hun eigenheid.
- Lerende houding. Je bent nooit uitgeleerd. Sta open voor nieuwe mensen met hun ideeën.
- Beschikbaarheid. Creëer ruimte in je plannen, zodat je ontvankelijk blijft voor een onverwacht appèl.
- Kwetsbaarheid. Als wij ons als gemeenschappen kwetsbaar durven op stellen en erkennen
wat pijnlijk is, worden we benaderbaar voor mensen om ons heen. - Luister! Leer als gemeenschap te luisteren naar God, elkaar en je omgeving.
- Zegen. Weet je een instrument in de handen van Gods scheppende geest. Durf zo zegenend
in de samenleving te staan.
Goud van de traditie
We moeten het goud van de traditie niet opsluiten achter veilige kerkmuren waar de inflatie het langzaam waardeloos maakt. Het is de hoogste tijd dat we het traditiegoud durven te zuiveren van vervuiling door het te smelten. Als het eenmaal vloeibaar is mogen we het inzetten in deze veranderende samenleving. Alleen als we het traditiegoud door de onderlinge liefde en gaven en vruchten van de Geest warm houden, zodat het niet op nieuw stolt, kunnen we doorgroeien. Deze groei komt vanuit de rijkdom die de kerk van eeuwen ons heeft overgeleverd. Leefgemeenschappen en woongroepen: stol niet! Houd de 2000 jaar oude principes van Handelingen 2 vloeibaar in Jezus naam!
Graag wil ik via email het gesprek aangaan over de bovenstaande 7 woorden. Reacties zijn welkom op andre67@mac.com
André Bikker woont met zijn vrouw Joke sinds 1990 in een woongroep. Afgelopen jaar vierden zij in woongroep Haiku te Doesburg het 10?jarig bestaan van deze gemeenschap. Hij heeft de laatste negen jaar gewerkt als jongerenwerker binnen Youth for Christ en de Protestantse kerk in Doesburg. Momenteel werkt hij als zelfstandig illustrator en schilder.
Leestip: Pete Ward, Kerk als water. Pleidooi voor een vloeibare manier van kerk? zijn , Kok Kampen 2003, ISBN 9043507962, 13,50 euro.