Het was alsof iemandmij in de rug duwde – Elim

Het was alsof iemand
mij in de rug duwde

Ik wist nog niet zoveel van de Bijbel, maar was wel onder de indruk van de genezing en van het kringgebed. Ik voelde mij warm worden en het was alsof iemand mij in de rug duwde om ook in de kring te gaan staan. Ik voelde dat de Heilige Geest tegen mij zei: “Nu is het de tijd om tot de Heer te roepen.

 

Ik ben in 1985 geboren in Teheran, Iran. Wij waren een echt moslim gezin. Mijn ouders waren wel vrijdenkend, maar vooral mijn moeder was een actieve gelovige.
In onze buurt was een moskee waar elk jaar een wedstrijd was wie het mooist de Koran kon reciteren. Toen ik negen jaar oud was, won ik hiermee de derde prijs.
Een jaar later gebeurde er echter iets waardoor ik bang werd van de islam. Een neef van mij was overleden en toen we allemaal op de begraafplaats waren voor de begrafenis explodeerde er een bom ongeveer 100 meter van ons vandaan die veel slachtoffers maakte. Ik raakte hierdoor in een shock. Tot mijn 16de jaar ben ik niet meer naar die begraafplaats geweest. Vanaf die tijd was ik bang voor vergaderingen, samenkomsten in de moskee en dergelijke.

 

Ik deed niets meer aan Islam behalve tijdens het feest van de herdenking van de dood van Hussein, de kleinzoon van Mohammed. In Iran is het dan tien dagen rouw. Jongeren lopen door de straten terwijl zij zich met kettingen slaan tot bloedens toe. Ik deed hier altijd aan mee. Ik was toen erg in mijzelf gekeerd en had bijna elke dag wel ruzie met iemand. Ik was ook agressief, ongeduldig en betoonde geen eer aan mijn ouders. Het was een moeilijke situatie in ons gezin.
Gelukkig kwam ik bij een juwelier te werken en werd ik heel goed in het maken van sieraden. Ik heb tien jaar bij hem gewerkt. Het was een klein bedrijf waar 50 mensen werkten. Mijn beste vriend daar was Shahin. We hebben vier jaar met elkaar samengewerkt. Hij was ook ongeduldig net als ik en kon flink schelden. Na een tijd begon hij te veranderen. Hij werd rustiger en veranderde van karakter. Ik vroeg hem: “Wat is jouw geheim? Dit is een goede verandering, dat wil ik ook.” Een half jaar lang wilde Shahin mij niet vertellen wat zijn geheim was. Waarschijnlijk was hij bang voor de gevolgen als hij het zou vertellen. Op een dag wilde hij mij wel in vertrouwen nemen, als ik zou beloven dat het alleen tussen ons zou blijven. “Ik ben christen geworden” zei hij. “Als je wilt, kan ik je meenemen naar een huiskerk”. Dat was het moment dat ik met mijn studie was gestopt en er alleen voor stond om al mijn problemen op te lossen. We maakten een afspraak om de huiskerk te gaan bezoeken. Ik wist niets van het christelijk geloof.

Toen we aankwamen, bleek het een gebedsavond te zijn onder leiding van een Filippijnse vrouw die getrouwd was met een Iraniër. Ik was erg onder de indruk van de liefde die de mensen daar voor elkaar hadden. Toen zij begonnen te bidden, hoorde ik hen spreken over ‘Vader, Zoon en Heilige Geest’,maar ik begreep er niets van. Daarna werd er een bijbelstudie gegeven en tot slot werd er gezongen waarbij Shahin op de gitaar speelde. Na afloop kwamen er verschillende mannen en vrouwen liefdevol met mij praten, zij legden mij de handen op en baden voor mij. Ik voelde dat zij mijn broers en zusters waren. In onze cultuur bewaren vrouwen altijd veel meer afstand van mannen. Dit was echte liefde en geen cultuur of beleefdheid. Bij ons vertrek kreeg ik een DVD over het leven van Jezus mee, een Bijbel en een brochure over Jezus.
Ik bekeerde mij niet meteen tot Jezus, maar ik bezocht wel altijd alle samenkomsten en keek steeds uit naar de volgende bijeenkomst. Mijn Bijbel hield ik steeds bij mij en nam ik overal mee naar toe. We kwamen elke week ergens anders bij elkaar. Vaak kwamen we bij de Filippijnse bijeen omdat zij een vrijstaand huis hadden. We kwamen één keer per week of per twee weken bij elkaar. Vaker samenkomen was te gevaarlijk.

Langzamerhand veranderde mijn karakter. Ik werd zachter en minder agressief. Een paar maanden later hoorde ik dat Wahid, een moslim vriend van mij, zelfmoord had proberen te plegen. Hij had 200 tabletten ingeslikt en was in een diepe coma in een ziekenhuis opgenomen. Hij lag nog wel aan de beademing maar de artsen hadden hem al opgegeven.Wat hierna gebeurde is de volle waarheid, het was een wonder, het was ongelofelijk.
De volgende dag vertelde ik op het werk aan Shahin wat er gebeurd was. Shahin zei: “Wil je dat we na het werk naar je vriend in het ziekenhuis gaan?: ” Toen we echter bij de receptie van het ziekenhuis kwamen, werden we niet toegelaten tot mijn vriend. Wij zijn toen in het park tegenover het ziekenhuis gaan zitten. Shahin heeft daar voor mijn vriend gebeden. Ik luisterde naar hem. Hij bad wel een half uur lang, steeds hoorde ik hem in de naam van Jezus bidden voor genezing. Daarna gingen we naar huis. Anderhalve dag later kreeg ik bericht uit het ziekenhuis dat Wahid wakker was geworden. Volgens de artsen was het onmogelijk, maar na drie dagen was hij weer thuis. Ik vertelde het aan Shahin waarop hij zei: “We moeten meteen het Goede Nieuws aan hem gaan vertellen. Jezus heeft hem genezen en hem uitgekozen.”
Toen we bij hem kwamen zag ik een houten kruis om de hals van Wahid hangen, terwijl hij toch moslim was. “Zeg, waar komt dat kruis vandaan? ” “Dat heb ik gekregen van iemand toen ik het ziekenhuis verliet. Ik kende de man niet.”

Na deze gebeurtenis kwam ik tot een punt dat ik dacht, “wat gebeurt hier nu eigenlijk?” Aan het einde van de samenkomst van die week stond iedereen hand in hand in een kring te bidden. Ik bleef zitten. Ik wist nog niet zoveel van de Bijbel, maar was wel onder de indruk van de genezing en van het kringgebed. Ik voelde mij warm worden en het was alsof iemand mij in de rug duwde om ook in de kring te gaan staan. Ik kwam te staan tegenover Mahmoud, onze herder. Ik voelde dat de Heilige Geest tegen mij zei: “Nu is het de tijd om tot de Heer te roepen.” Ik zei daarop tegen Mahmoud, “Ik wil mij bekeren.” Hij vroeg mij: “Geloof je in de heilige Drieenheid? ” Ja. “Geloof je dat Jezus voor onze zonden is gestorven?” Ja. Op dat moment begon iedereen tegelijk te bidden. “Geloof je dat Jezus is gestorven en opgestaan?” Ja. Aan het einde van de avond vertelde onze herder aan de groep dat zij er een nieuwe broeder bij hadden, Ali Khori. “Hij is nu één van ons.” Dat was een onvergetelijke avond. Toen ik naar huis liep, wist ik, ik ben niet meer dezelfde Ali als vroeger. Mijn zorgen waren ook verdwenen. Ik ging de wereld anders zien en wist, ik ben een heel andere persoon geworden. Na mijn bekering heb ik nog vier jaar in Iran gewoond.

Sinds ik in Nederland ben gekomen, kan ik mijn geloof in vrijheid belijden. De Heer heeft zich in Nederland aan mij geopenbaard. Ik ben nu bijna één jaar inNederland, maar zonder verblijgsvergunning. Toch heb ik vrede en blijdschap in mijn hart. Hierdoor is mijn vertrouwen in Jezus sterker geworden. Ik ervaar nu zelf wat Hij zegt in de Bijbel: “Zoek eerst het Koninkrijk van God en alles zal je gegeven worden.” Ik ben ver van mijn familie, maar ik heb hier tientallen broeders en zusters in de Heer gevonden. Ik geef alle eer aan Jezus Christus dat het mij deze tijd dat ik illegaal ben, nog nooit ontbroken heeft aan onderdak, eten of broederlijke liefde. Door alle steun die ik heb gekregen in deze moeilijke tijd, ben ik 100% overtuigd van de liefde van de Heer voor mij. Zowaar als wij water drinken, ben ik bereid mijn leven voor Hem te geven. Ik heb één wens die ik van God vraag, “te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mij leven. (Psalm 27:4)
Ik dank elke broeder of zuster die een kind van God is en vraag jullie voor mij te bidden als je mijn getuigenis gelezen hebt.

Daniel Ali Akbar Khori