NIEUWS
Emerging church 50 jaar oud
Emerging church 50 jaar oud
Gijs van den Brink, 05-09-2009
De ‘emerging church’ in de westerse wereld is evenals het postmodernisme minstens 50 jaar oud en kent in ons land minstens 100 groepen, zegt drs Gijs van den Brink.
Je hoort en leest de laatste tijd erg veel over nieuwe kerkvormen, die zich onder allerlei namen presenteren, zoals simple church, nieuw monnikendom, huiskerken, en emerging churches, om er maar een paar te noemen. Het lijkt er op dat van al deze termen momenteel de benaming ‘emerging church’ (EC) als de meest omvattende komt bovendrijven. In de meeste populaire artikelen hierover wordt het fenomeen als zo nieuw beschreven dat het lijkt alsof het samen met het postmodernisme vorig jaar is ontstaan.
Als men daarentegen groepen gaat zoeken die hieronder vallen, kan men er met moeite een enkele in het land vinden. Vormen van het nieuwe monnikendom zouden in Nederland een zeldzaamheid zijn was de conclusie van Maarten Vermeulen in het Nederlands Dagblad. Beide is onjuist, de EC in de westerse wereld is niet nieuw, is evenals het postmodernisme minstens 50 jaar oud en kent in ons land minstens 100 groepen, is mijn inschatting. Het enige wat nieuw is, is de naamgeving.
EC’s komen daar op waar het postmodernisme het sterkst doorbreekt. Zowel de Zuid-Afrikaanse zendingstheoloog David Bosch als de bekende Amerikaanse ethicus Stanley Hauwerwas noemen de naam van Karl Barth als het gaat over de paradigma shift van modernisme naar postmodernisme in het westerse christendom. We mogen dus verwachten dat we vanaf de jaren 50-60 in de 20e eeuw nieuwe kerkvormen zien opkomen. En dat is dan ook het geval.
Wat zijn EC’s eigenlijk? Meestal gaat men uit van de definitie van Eddie Gibbs en Ryan Bolger in hun boek, ‘Emerging Churches: Creating Christian Community in Postmodern Cultures’ (2005): EC’s zijn gemeenschappen die de weg van Jezus willen gaan in een postmoderne cultuur. Zij geven deze definitie vorm door: identificatie met het leven van Jezus; verandering in de samenleving teweeg te brengen, een hecht gemeenschappelijk leven te ontwikkelen, vreemdelingen te ontvangen, royaal uit te delen, samen deel te nemen aan productieprocessen, creatief bezig te zijn, gezamenlijk beslissingen te nemen en geestelijke activiteiten te ondernemen.
Al deze elementen waren al aanwezig in de eerste gemeenten te Jeruzalem en zijn door de eeuwen heen steeds aanwezig geweest in verschillende groeperingen in de kerk. Denk bijvoorbeeld aan de Keltische kloosters of aan de orde van de Franciscanen. Maar in de recente geschiedenis komen deze vormen weer naar voren sinds midden 20e eeuw. Deze groepen worden in die jaren communiteiten, basisgemeenschappen en leefgemeenschappen genoemd.
Van de 35 gemeenschappen uit het netwerk van Elim wil ik een aantal oudere groepen noemen die nog steeds actief zijn en vallen binnen de definitie van Gibbs.
De Oude Zijds 100 gemeenschap op de wallen in Amsterdam bestaat sinds 1955. Het is een gemeenschap van 60 leden met daaromheen 200 vrijwilligers. OZ100 vangt mensen op, runt een medische hulppost voor onverzekerden, kent een inloop om een kop koffie te komen drinken en heeft dagelijkse gebedstijden.
De Nikola Kommuniteit in Utrecht bestaat sinds 1964, heeft een eigen huiskapel, kent drie gezamelijke gebedstijden per dag, waaronder het middaggebed in de Dom.. Verder worden talenten, geld en goederen gedeeld, zijn er dagelijks gezamenlijke maaltijden en is er een mogelijkheid tot logies en deelname aan de activiteiten.
De Gemeenschap De Hooge Berkt met ruim honderd leden in Bergeijk is in 1967 ontstaan vanuit een verlangen gastvrijheid te kunnen verlenen. Het gemeenschappelijk leven speelt zich af rond een ontvangstruimte, een kapel, een eetruimte en huizen met gastenkamers.
De L’Abri gemeenschap in Eck en Wiel bestaat sinds 1971. Men kan hier voor kortere of langere tijd meedraaien in de woon-studiegemeenschap. Bezinning, verdieping en gesprek vullen de dag, die uiteenvalt in een halve dag studie en een halve dag werk in en rond het huis.
De Elimgemeenschap in Doorn, waartoe ik zelf behoor, is in 1981 ontstaan, bestaat uit een woon-werkgemeenschap met momenteel 13 bewoners en een huisgemeente waarbij 40 volwassenen betrokken zijn. Elim is een open huis, waar dagelijks samen gebeden wordt en gegeten; men kan er ook langskomen voor een kop koffie of een geestelijke bemoediging.
Sinds 1989 publiceren wij als Elim jaarlijks over nieuwe christelijke gemeenschappen in het blad SamenLeven en houden we als Elim contact met 35 van dit soort ‘emerging’ groepen, waarvan de meeste ontstaan zijn na 1980. Samen met de adressen van kringen op de website van ‘Indehuizen’ en de contacten van ‘gemeentestichting.nl’ zijn er gemakkelijk ruim 100 groepen aan te wijzen die we als EC kunnen typeren. Ik hoop dat ik u met deze korte inleiding wat wegwijs heb kunnen maken in het oerwoud van de EC’s.