NIEUWS
Bewust ongehuwd omwille van het Evangelie. De verloren roeping van het celibaat
Bewust ongehuwd omwille van het Evangelie
De verloren roeping van het celibaat
Gijs van den Brink, 2013
Gepubliceerd in Studiebijbel magazine 6.3
In 1981 ontmoette ik in een stammendorp in India de Amerikaanse bijbelvertaler Bill Crow. Hij werkte daar al meer dan 20 jaar als vertaler en bijbelleraar. Hij had twee ‘schilderijen’ van Rembrand aan de muur hangen: Jeremia en Paulus. Hij vroeg mij of ik begreep waarom. Voor het eerst in mijn leven ontmoette ik een evangelisch christen die bewust ongehuwd was gebleven om te dienen in het Koninkrijk van God. Deze mannen en vrouwen zijn zeldzaam in evangelische en protestantse gemeenten in Nederland.
Een verloren roeping
Zelden of nooit hoor je een prediking hierover. Toch zijn er uitzonderingen. Derek Prince zei er in 1977 in New Wine Magazine (dat ook in Nederland werd uitgebracht) het volgende over:
“In mijn omgang met voorgangers heb ik ontdekt dat drie op de vier langdurige en ernstige moeilijkheden in hun gezin hebben. Ik raak er meer en meer van overtuigd dat een reden hiervan is, dat deze broeders bedieningen hebben aanvaard die eigenlijk bedoeld waren voor ongehuwde mannen.
Bij het bestuderen van het leven en de leer van Paulus blijkt één ding heel duidelijk: als hij getrouwd was geweest, zou hij zijn opdracht alleen hebben kunnen vervullen ten koste van zijn plichten als echtgenoot. In zijn geval was het celibaat een essentiële voorwaarde voor het vervullen van zijn roeping”.1
Er zijn meer redenen om het onderwerp ter sprake te brengen. De overheersende invloed van onze cultuur op relaties van jonge mensen, heeft tot gevolg dat wanneer iemand zijn of haar 30e levensjaar is gepasseerd en nog niet getrouwd is of geen relatie heeft, als zielig wordt bestempeld. Van een weduwe of weduwnaar vraagt men zich af: redt hij of zij zich wel alleen? En wanneer een homofiel of lesbienne besluit om alleen te blijven, wordt dit door de gemiddelde Nederlander gezien als een ongezonde zaak.
Maar terwijl het alom en overal wordt aangemoedigd om een relatie aan te gaan neemt het aantal echtscheidingen voortdurend toe. De vele teleurstellingen die mensen in hun huwelijk oplopen zijn ontelbaar. Het gevoel van verlatenheid en van verlaten worden is voor velen een vreselijke en traumatische ervaring.
Daarom willen we in dit artikel stilstaan bij wat Jezus en de apostelen zeggen over het celibaat, het ongehuwd blijven omwille van het Evangelie. Ook Jezus bracht juist na een discussie over echtscheiding dit onderwerp ter sprake (Mat.19:12). Maar eerst naar het OT.
De profeet Jeremia
We noemden eerder de profeet Jeremia al. Hij zegt in Jer.16:1-2 het volgende: “Het woord van de Heer kwam tot mij: ‘U mag hier niet huwen en geen kinderen hebben.'”Jeremia kreeg de roeping om niet te trouwen. Hiermee is Jeremia’s positie uitzonderlijk, want het was gebruikelijk dat iedereen, vaak al op jonge leeftijd, trouwde. De opdracht niet te trouwen zal Jeremia dus ook al op jonge leeftijd hebben gekregen. Kinderloosheid werd doorgaans beleefd als een persoonlijk drama (o.a. 1Sam.1). Met de roeping om ongehuwd te blijven moest hij in zijn geval de hopeloze staat van het volk uitbeelden.
Hoewel het doel van zijn roeping duidelijk anders is als van bijvoorbeeld Jezus en Paulus, heeft de context waarin het huwelijk de allesbepalende norm is, beslist overeenkomsten met onze situatie vandaag, waarin het hebben van een relatie toonaangevend is. Ook voor ons die geloven is het met betrekking tot het punt van trouwen of ongehuwd blijven allereerst van belang niet alleen vanuit een bepaalde sociale context de meerderheid te volgen, maar om onze roeping te kennen.
Ongehuwd en de toekomstige heilstijd
Verder lezen we een belangrijke boodschap in de heilsprediking van de profeet Jesaja. Hij zegt in Jes.56:1,3-5 “En laat de eunuch niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom. Want dit zegt de Heer: … Ik geef hem iets beters dan zonen en dochters: een gedenkteken en een naam …Ik geef hem een eeuwige naam,
een naam die onvergankelijk is.
Zelfs eunuchen (iemand die gecastreerd is), die onder het Mozaïsche verbond weerhouden werden van de tempeldienst (Lev.21:20; Deut.23:2), zijn welkom bij de Heer in de toekomstige heilstijd. Als ze doen wat God behaagt, zijn ze evenzeer gezegend en geliefd als zonen en dochters (vs.4). Ze zijn dan wel onvruchtbaar en verwekken geen nageslacht dat hen in ere houdt, maar God geeft hun iets waardevollers: Hijzelf zal hen in ere houden. In de toekomstige heilstijd, bij de komst van de Messias, zal een gelovige die ongeschikt is voor het huwelijk, toch een naam ontvangen en wel een naam die zelfs beter is dan die van zonen en dochters. Wat wordt hiermee bedoeld?
Jezus over het celibaat
Dit wordt duidelijker als Jezus komt en het Messiaanse Rijk inluidt. Als hij in Mat.19:3-12 spreekt over de onontbindbaarheid van het huwelijk reageren de discipelen verschrikt (vs.10) en zeggen “het is niet raadzaam te trouwen”.
Daar gaat hij positief op in en vertelt hen in bedekte termen zijn roeping:
‘Niet allen begrijpen dat woord, alleen zij aan wie het gegeven is. Want er zijn eunuchen die zo uit de moederschoot geboren zijn, en er zijn eunuchen die door de mensen zo gemaakt zijn, en er zijn eunuchen die zichzelf zo gemaakt hebben omwille van het koninkrijk der hemelen. Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen!’ (vs.11-12).
De rabbi’s leerden dat er twee soorten eunuchs waren, zij die door menselijk ingrijpen, ziekte of een ongeluk ontmand zijn en zij die zo geboren zijn (m.Zabim 2:1; m.Yebam.8:4; Strack-Billerbeck I.805-807). Jezus voegt hier een derde categorie aan toe, namelijk eunuchen in geestelijk opzicht.
In het Oosten vormden de eerste twee genoemde groepen een speciale klasse (bv. de kamerling uit Hand.8:26-40). Beide gevallen werden door de joden geminacht en uitgesloten. De eerste omdat ze niet konden voldoen aan het goddelijke gebod kinderen te verwekken, de tweede omdat castratie ten strengste verboden was. Kan deze verwerping aanleiding zijn geweest dat Jezus Johannes de doper en zichzelf ging zien als geestelijke eunuchs? In ieder geval voegt hij aan de twee soorten eunuchs een derde groep toe. Er zijn ook eunuchs, zegt Hij, die zichzelf gesneden hebben omwille van het Koninkrijk. Het zijn mensen die eunuch zijn in geestelijk opzicht. Zij zijn niet letterlijk gecastreerd en ook niet impotent, maar het is hun gegeven (door de Heer) de seksuele begeerte volkomen ondergeschikt te maken aan het geestelijk leven. Ook zien zij vrijwillig af van het huwelijksleven, om zich volkomen te wijden aan een hoger doel, namelijk het Koninkrijk van God. Ook de verwachting van Jezus dat men in de opstanding niet huwt en niet ten huwelijk wordt genomen zal hierbij een rol hebben gespeeld, waarover straks meer (Mat.22:30).
Deze toewijding om ongehuwd te blijven is niet alleen vrijwillig, maar ook definitief. Even definitief als de eerste twee genoemde groepen en even definitief als een huwelijksbelofte.
Geestelijke waarde
We moeten vervolgens stilstaan bij de geestelijke waarde van het ongehuwd blijven voor de Heer.
Paulus heeft over een praktisch voordeel gesproken (1Kor.7:32-35): “Ik zou willen dat u zonder zorgen was. Wie niet getrouwd is, heeft zorg voor de zaak van de Heer en wil de Heer behagen. Maar de getrouwde heeft zorg voor aardse zaken en wil zijn vrouw behagen; zijn aandacht is verdeeld. Een ongetrouwde vrouw en een ongetrouwd meisje dragen zorg voor de zaak van de Heer; zij willen heilig zijn naar lichaam en geest. De getrouwde vrouw wijdt haar zorgen aan aardse dingen en wil haar man behagen. Dit alles zeg ik voor uw eigen bestwil, niet om uw vrijheid aan banden te leggen; het gaat mij alleen om de eerbaarheid en een onverdeelde toewijding aan de Heer.”
Wie ongehuwd is, stelt Paulus, is onverdeeld en kan zich op één zaak richten, namelijk de zaak van de Heer. Voor hem of haar die zoals Paulus in het leven staat, is deze roeping gepast.
Gehuwd met allen
Maar er is naast het praktische voordeel ook een diepere geestelijke waarde. Het is beslist aannemelijk dat Jezus met zijn woorden over het celibaat aan het opstandingsleven dacht.2 In Mat.22:30 zegt hij namelijk in zijn antwoord aan de Sadduceeën op hun vraag over de huwelijkse staat bij de opstanding, het volgende:
“Bij de opstanding huwt men niet en wordt men niet uitgehuwelijkt, maar is men als engelen in de hemel.”
Ongehuwd zijn voor de Heer is een voorsmaak van de hemelse realiteit. Bewust ongehuwd blijven is dus geen teken van eenzaamheid. In de hemel is geen eenzaamheid. De rabbijnen leerden dat de toekomende wereld een voortzetting zou zijn van deze wereld, zij het zonder kwaad en dood; Jezus daarentegen leerde dat het Koninkrijk van God niet alleen de oorspronkelijke schepping zou herstellen, maar deze ook zou overtreffen en voleindigen in een nieuwe, hogere orde.
In de hemel of op de nieuwe aarde heeft iedereen elkaar lief, zoals de Heer ons liefheeft. Daarom is in dit geval het woord ‘vrijgezel’ (vrij van een gezel) of ‘single’ (alleen) niet op zijn plaats. Een vrijgezel voor de Heer is namelijk ‘gehuwd’ met alle gelovigen, met de hele gemeenschap van mensen die in God geloven en Hem liefhebben. Een bewust ongehuwde is niet iemand die alleen is, maar die er ‘alleen voor de Heer’ is. Iemand die vrij is van wat John Wesley de grootste van alle lasten noemde: ‘één schepsel meer liefhebben dan alle anderen’.3
In strijd met huwelijk en gezin?
De woorden van Paulus en conclusies als die van Wesley kunnen de vraag oproepen of de genoemde voorstelling van zaken niet in strijd is met het bijbelse huwelijk. Dit is in ieder geval voor Paulus niet het geval, want hij schrijft in de brief aan de Efeziërs ook in prachtige bewoordingen over het huwelijk (Ef.5:25-32). Maar de roeping om bewust ongehuwd te blijven voor het evangelie relativeert wel een exclusieve huwelijksopvatting. Over dit relatieve belang van het huwelijk spreekt Paulus in 1Kor.7:29-31 “Ik bedoel dit, broeders en zusters: de tijd is kort. Laten daarom zij die een vrouw hebben, doen alsof zij er geen hadden; zij die huilen, alsof zij niet huilden; zij die zich verheugen, alsof zij niet verheugd waren; zij die kopen, alsof zij geen eigenaar werden. Zij die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan, want de wereld die wij zien, gaat voorbij.”
Als men beseft dat de tijd kort is, dan moet er van nu af aan een andere levensinstelling heersen, zo stelt Paulus. Deze nieuwe levensinstelling heeft gevolgen voor alle aspecten van het aardse leven. Paulus noemt daarbij als eerste het huwelijk omdat het huwelijk juist in zijn betoog aan de orde was. Het geestelijke leven van de gelovigen mag niet afhankelijk zijn van bijvoorbeeld het wel of niet getrouwd zijn, van aardse zorgen of aardse begeerten. De tijd tussen opstanding en wederkomst is kort en dan …. komt Jezus terug, dan vindt de opstanding uit de doden plaats. Dan zal het uiterlijk van deze wereld verdwijnen. Ook het huwelijk in haar huidige aardse gestalte zal dan verdwijnen. Het huwelijk is evenals werk (‘kopen’) en bezit van tijdelijke aard. Het huwelijk is ondergeschikt aan het Koninkrijk van God en geen doel op zich.
We moeten concluderen dat het een misvatting is, of misschien wel een dwaalleer, dat huwelijk en gezin de instelling bij uitstek is die een mens gelukkig maakt.
Niet het huwelijk brengt het heil van het Koninkrijk van God dichterbij, maar de gemeenschap van gelovigen. In onze tijd zijn veel kenmerken, die in de apostolische tijd voor de kerk golden, overgezet naar huwelijk en gezin. De kerk heeft nu vaak het karakter van een vereniging, die men bezoekt, maar is niet de geestelijke familie waarin men het leven met elkaar deelt, zoals in de vroege kerk. De kerk als familia Dei, als het huisgezin van God, waar gehuwden, bewust ongehuwden en andere alleenstaanden in één gezin samen zijn.
Ernstige overweging
Tot slot wil ik graag een overweging meegeven aan alle alleenstaanden, weduwen, en weduwnaars, als ook aan gescheiden en homofiele broeders en zusters.
Je bent iemand die verlangt dat jouw kerk een plaats zal zijn van dagelijkse gemeenschap, waar dagelijks met elkaar gebeden wordt, waar dagelijks vermoeide en eenzame zielen welkom zijn. Of je bent iemand die zich uitstrekt naar een profetische bediening, zoals Elia of Eliza of Johannes de Doper. Of je bent iemand die zich helemaal geeft in een pastorale of apostolische bediening als kerkplanter, zoals Paulus of Timotheüs.
Wil dan eens ernstig overwegen of het niet de bedoeling van de Heer is, dat je ongehuwd blijft voor Hem om Hem onverdeeld te kunnen dienen.
1. http://www.csmpublishing.org/pdf/newwine/02-1977.pdf pg 9.
2. U. Luz, Matthew 8-20 (Hermeneia), Minneapolis: Augsburg Fortress, 2001, pg.502.
3. John Wesley, ‘Thoughts on a single life’, in: The works of John Wesley, Volume XI, Thoughts, Addresses, Prayers, Letters, (SAGE Version 1.0 © 1995) pg. 539.