NIEUWS
De kerk als voorbeeldsamenleving
De kerk als voorbeeldsamenleving.
In 1989 schreven Stanley Hauerwas en William Willimon, twee docenten aan de `Duke University Divinity School’ in Durham, North Carolina een boek (“Resident Aliens”), waarin zij verkondigen dat in de westerse wereld het tijdperk van keizer Constantijn de Grote dat begon in 313, eindigde tussen 1960 en 1980. Dit is geen geringe uitspraak, het houdt in dat er met het jaar 2000 onder handbereik zich in de westerse wereld een gigantische verandering afspeelt.
Met het tijdperk van Constantijn bedoelen zij een door het christendom bepaalde cultuur. Hieraan is in onze dagen een einde gekomen. De westerse wereld heeft haar christelijke fundament achter zich gelaten.
Christelijke politiek?
In de zestiger jaren werd vaak gehoord: “The real business of the church is in the world” (Richard Niebuhr). Zowel liberalen als conservatieven huldigen op het gebied van de ethiek doorgaans hetzelfde politieke uitgangspunt. Ze zijn `constantijns’ , d.w.z. beide stellen dat de primaire sociale taak van de kerk is het onderschrijven van de democratie. Christelijke politiek van zowel links als rechts omvat een christelijk sociaal activisme, met een gelijk doel: de democratische rechten op een verantwoordelijke wijze te gebruiken om de wereld te verbeteren. De westerse christenen creëren zo een samenleving waar in naam van de gerechtigheid het geloof in een levende God ofwel irrelevant (de liberalen) ofwel privé (conservatieven) is geworden. We moeten daarom enorm oppassen dat we niet tot de visie van Pilatus vervallen, die toestond dat Jezus vermoord werd om vrede en gerechtigheid naar Romeinse stijl in Judea zeker te stellen. Terwijl de kerk zich druk maakt om de wereld te veranderen, is deze wereld inmiddels zover in haar uitblussen van de kerk, dat zij haar volledig kan negeren!
Hauerwas & Willimon roepen het uit dat het allereerst de taak van christenen is om samen kerk te zijn en wel op een manier dat de wereld jaloers is op de wijze waarop wij als christenen leven en werken. De gemeente van Christus mag niet beoordeeld worden op haar functie als ondersteunende instantie. Zij heeft haar eigen bestaansreden. De kerk is geen chartermaatschappij van de overheid.
Vier essentiële kenmerken
Als de kerk ook in 2000 nog van belang wil zijn in de westerse wereld, zijn m.i. vier kenmerken van essentieel belang.
1. Een gezamenlijke identiteit.
Een gezamenlijke identiteit i.p.v. een individuele. Binnen de gemeente bestaat er een verbondsband die de gelovigen als broeders en zusters tezamen bindt. “Als één lid lijdt, lijden alle leden mede, als één lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde” (1 Cor.12:26). Alle andere verbanden zoals familie, werk en hobby’s komen op de tweede plaats. Jezus zei: “Wie zijn mijn moeder en broeders? ….. Al wie de wil Gods doet, die is mijn broeder en zuster en moeder” (Marcus 3:33-34).
2. Samen delen
Materiële gemeenschap naast de geestelijke. Er mag in Christus geen onderscheid gemaakt worden naar ras, klasse of status; dit is namelijk in strijd met de liefde. Zie Hand.2:44-45 en 4:32-35. Verder zegt Paulus in 1Tim.6:17-18 dat men zijn hoop niet moet vestigen op `onzekere rijkdom, maar op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wel te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam …’ De geestelijke gemeenschap en eenheid worden ondermijnd als de sociale en materiële gemeenschap en eenheid missen.
3. Soberheid
“Zalig gij armen, want uwer is het Koninkrijk Gods” (Lucas 6:20). De levensstijl van de gemeente is een uitdrukking van haar verbondenheid met haar Heer Jezus Christus. Als gevolg hiervan wordt zij gekenmerkt door: eenvoud, zelfopoffering, een ontbreken van uiterlijk vertoon en een weigering om op wat voor manier dan ook te buigen voor de god van de mammon. Niet de intentie `eruit halen wat erin zit’ (uit het leven en de schepping), maar de heerschappij van Jezus Christus over alle aspecten van het leven.
4. Medeleven
Het `lichaam van Christus’ bestaat 24 uur per dag en vraagt dus ook om een 24 uurs verantwoordelijkheid. Als er sprake is van een geestelijke gemeenschap is, moet deze automatisch leiden tot een sociale gemeenschap, het er zijn voor de ander, helpen en dienen op allerlei vlak
Als we inzien dat deze zaken van het allergrootste belang zijn, is het belangrijk dit geloof nu gepaard te laten gaan met de erbij horende werken? Maar waar moeten we beginnen? Laten we eens voorzichtig een actiepad uitzetten.
Een praktisch traject
Samen bidden om een hechte geloofsgemeenschap te vormen.
Punten van aandacht: * het samen onderkennen van een specifieke roeping * van `de gemeente is er voor mij’ naar `ik ben er voor de gemeenschap’, * omgaan met sympathie en antipathie * vergeving * geduld * wederzijds vertrouwen * zijn zoals je bent * je eigen zwakheden delen * het geheim van ieder mens persoonlijk bewaren.
Komen tot het samen formuleren van een concrete gezamenlijke toewijding en doelstelling.
Door bestaande taak/werkgroepen concrete stappen laten uitwerken, volgens de lijnen van punt 2. Ideeën: gemeenschapshuizen, open huizen, gezamenlijke auto’s, inkoop-coöperatie, ruilbeurs kleding, baanloze gemeenteleden aan werk helpen, vakantie fonds voor minima, recycling projecten, etc.
Voortdurend in alle prediking en onderwijs de waardering voor het kleine en eenvoudige laten horen, zoals Jezus in Zijn vele gelijkenissen over het Koninkrijk van God.
De leefgemeenschap
Sinds de jaren ’70 groeit er in ons land een tegenbeweging, die gekenmerkt wordt door kleine groepen en kringen. Er is een enorm proces van schaalverkleining gaande. En niet alleen in Nederland, maar in heel West Europa. De christelijke leefgemeenschap is een essentieel onderdeel van dit proces. Hier worden twee zaken, die Hauerwas & Willimon naar voren brengen als tekenen van hoop, krachtig onderwezen en in praktijk gebracht.
In de eerste plaats dat geloven, leven en werken geen gescheiden bezigheden zijn, maar principieel en fundamenteel bij elkaar horen.
Ten tweede dat christenen eerst zelf in praktijk moeten brengen wat ze geloven en dat niet op een individuele geïsoleerde wijze, maar samen. Alleen samen met andere gelovigen kunnen wij de diepte van de liefde van Jezus Christus leren kennen (Ef.3:18-19) en door de wijze waarop wij als gelovigen met elkaar leven zal de wereld erkennen dat Jezus de Zoon van God is. Er is hoop voor de wereld, ook in de 21e eeuw.
© copyright 1997, drs Gijs van den Brink
Noten
1. S. Hauerwas en W.H. Willimon, Resident Aliens, A provocative Christian assessment of culture and ministry for people who know that something is wrong, (Abingdon Press, Nashville) 1989