De woongroep als intentionele gemeenschap – Elim

NIEUWS

De woongroep als intentionele gemeenschap

De woongroep als intentionele gemeenschap

Gijs van den Brink, 2001

 

Signalen uit de samenleving

Rede van mr. drs. L.C. Brinkman op do 26-11-92 voor `Berenschot Interim Management’ in Amsterdam: Nederland is niet af. (volledige tekst in Trouw van 27-11-92)

`Nu we aan de vooravond staan van een verbouwing van onze welvaartsstaat … is een belangrijke opdracht … dat we niet als gezeten burgers vastroesten in de tevredenheid van de welvaart die in het verleden is opgebouwd. We zullen krachten moeten mobiliseren .. om de risico’s en bedreigingen .. gezamenlijk op te vatten als evenzoveel uitdagingen op weg naar de toekomst.

Brinkman gaat vervolgens in op tien uitdagingen die hij ziet, zoals het gevoel van veiligheid moet teruggevonden, privacy weer de juiste plaats krijgen en niet zo overgewaardeerd worden, schuld moet weer ongewoon worden en een goede moraal weer de plaats innemen van apathie en eigenbelang.

De eerste uitdaging, die van de gemeenschapszin, willen we wat uitvoeriger citeren:
Een eerste uitdaging ligt in het uitbaten van gemeenschapszin. We moeten voorkomen dat die gemeenschapszin onder de maat raakt. Nederland is onmiskenbaar individualistischer geworden. We hebben soms knellende banden van oude gemeenschappen afgeschud, hier en daar zelfs weggeworpen. Zozeer zelfs dat vaak een woord als gemeenschapszin niet langer als gewenst wordt beschouwd. Men kijkt je soms, lijkt het wel, verwonderd aan en hier en daar wat meewarig en minachtend als je dergelijke begrippen van stal haalt.
Bovendien onder het mom van vrijheid zijn velen alleen komen te staan. Toch wordt vaak om het hardst gepleit voor individuele vrijheid en ongebondenheid. … Anderen vallen vaak wegens psychische problemen uit het arbeidsproces. … Laten we toch opnieuw investeren in samen iets ondernemen.

En A. van Heusden, directeur van de EA zegt in het maandblad Opwekking van febr. 1993 in zijn artikel `wonen als levensstijl’ het volgende:
Nederland (en onze hele westerse samenleving) heeft dringend behoefte aan mensen die niet alleen meedoen aan een actie van een dag of een week, maar aan mensen die maanden- en jarenlang beschikbaar willen zijn voor hun huisgenoten met een bepaalde nood. Het wordt nu wel duidelijk dat `de wal’ van de economie `het schip’ van de individualisering gaat keren. Het geld raakt op, niet alle zorg kan nog langer professioneel worden verleend. Ons land staat voor nieuwe keuzen en de maatschappij krijgt een nieuwe onderkant van mensen die het zelf niet meer redden en voor wie geen loket of instantie bestaat. De zelfregulerende samenleving loopt ten einde.
Kerk en samenleving zouden veel kunnen leren van de leefgemeenschappen. Ze zouden het idealisme en de bereidheid het leven ernaar in te richten moeten overnemen.

Definities

Intentionele leefgemeenschap: een gemeenschap met een doel dat het samenwonen zelf overstijgt.
Internationale criteria “leefgemeenschap” (dr T. Weggemans)

  1. vijf of meer personen
  2. die vrijwillig bij elkaar wonen
  3. willen bepaalde sociale problemen oplossen
  4. zijn bereid een sociaal alternatief te zijn

Kenmerken van de eerste gemeente

In eerste hoofdstukken van het boek Handelingen vinden we drie sleutelwoorden: getuigenis (marturia), gemeenschap (koinonia) en dienstbetoon (diakonia), die nauw met elkaar verbonden worden.

Dienen is zowel geestelijk als materieel, zowel met het Woord (6:4) als met voedsel (6:2). In de eerste gemeente gingen Evangelie-verkondiging en praktisch dienstbetoon hand in hand (Hand.6:1-10).

Ook gemeenschap onlosmakelijk verbonden met verkondiging en praktisch dienen. En deze gemeenschap is zowel geestelijk: ze waren elke dag eendrachtig bijeen, braken het brood en loofden God (Hand.2:46-47a), als ook materieel: `zij die tot geloof gekomen waren, hadden alles gemeenschappelijk’ (2:44; 4:32). `En er was ook niet een behoeftig onder hen’ (4:34). Chr. gemeenschap is een gemeenschap waarin de geestelijke en materiële noden van allen serieus worden genomen.

En dan gaat het niet alleen om individuele gelovigen van een plaatselijke gemeente, maar om duizenden gelovigen in en om Jeruzalem, verspreid over naar we mogen aannemen meer dan honderd huisgemeenten. Een netwerk van wederzijdse liefde en hulp. Niet in de eerste plaats een instituut, maar een dynamische gemeenschap, waar geloofd werd dat waar twee of drie samen zijn in Jezus’ naam Hij zelf in het midden is.

Een vergeten roeping

Het Griekse woord voor Kerk, ekklesia, betekent uitgeroepen. We kunnen twee roepingen van de kerk onderscheiden, de roeping tot zijn en de roeping tot doen. De laatste is ons niet onbekend, maar de eerste lijkt vergeten. Het is de verdienste van mensen als Yoder, Hauerwas en Willimon, die deze eerste roeping in onze tijd sterk onder de aandacht brengen. Hauerwas & Willimon zeggen: de christelijke gemeente of gemeenschap hééft geen sociale strategie, maar ís een sociale strategie, heeft geen sociaal doel, maar is een sociaal doel.

Zij zien de politieke hoofdtaak van een christelijke gemeenschap niet in de persoonlijke verandering van de individuele mens of het verbeteren van de maatschappij, maar in het vormen van een model-samenleving, de christelijke gemeenschap als alternatieve samenleving.
Een plaats waar mensen trouw zijn in hun relaties, hun vijanden liefhebben, de waarheid vertellen, de armen ondersteunen en zo getuigen van de verbazingwekkende gemeenschap-scheppende kracht van God. Jezus zegt in Mattheus 5:14-16,

Gij zijt het licht der wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven …

Maar hoe zijn we dan het licht van de wereld?

Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander (Johannes 13:34-35)

Het is de roeping tot het zijn van het Lichaam van Jezus Christus. De Gemeente wereldwijd bestaat uit honderden duizenden plaatselijke christelijke gemeenschappen met allerlei verschillende hoofddoelen, bijvoorbeeld lofprijs en prediking (zondagsdienst) of hulpverlening (EBC) of evangelisatie (Agape) of zending etc. Stuk voor stuk `levensgemeenschappen’, waar christenen met elkaar leven en/of werken. Maar wat is er gebeurd door de tijden heen? Er is iets veranderd.

Van gemeenschap naar organisatie

De gemeenschap heeft plaatsgemaakt voor de organisatie. Ten diepste liggen de wortels van deze omslag in de overgang van Hebreeuws-Bijbels denken naar de Grieks-Romeinse-moderne mentaliteit.
De Joods-Bijbelse grondstructuur van de samenleving is de familie en de vader. Bij de Grieken was het de organisatie van de stadstaat, door de Romeinen aangevuld met een zeer grondige rechtspraak.
Dit Grieks-Romeinse model stempelt zeer diep de moderne samenleving, met alle consequenties vandien.
Binnen de joodse familie was het onderwijs concreet en praktisch (bv Spreuken), bij de Grieken is het theoretisch en filosofisch. Centraal in het Hebreeuws is het werkwoord, dus het doen, in het Grieks het zelfstandig naamwoord, d.w.z. het denken en het abstracte. De joden ervaren God, de Grieken filosoferen over God.

Het joodse patroon van de familie en de vader is naar het hart van God. Bij problemen in de wereld besluit God Zijn Zoon te geven! De Grieks-Romeins-moderne mentaliteit is een comité of commissie te organiseren. Centraal in de Bijbel is de familie-gemeenschap. Bij de Grieken is het de organisatie van de stadstaat.

Deze overgang van gemeenschap naar organisatie verloopt natuurlijk zeer geleidelijk. Maar in de vorige eeuw is dit proces in West Europa in een versnelling gekomen.
Dit is de conclusie van de franse socioloog Emile Durkheim aan het einde van de vorige eeuw. Wat er ten diepste veranderd is, is de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Het duizenden jaren oude grondpatroon van menselijk samenleven, de gemeenschap, heeft plaats gemaakt voor een nieuw patroon, de organisatie.

De gemeenschap is een samenlevingsverband met vele aspecten, een verband dat de mens meestal niet zelf heeft uitgekozen, maar waarvan je meestal door geboorte lid bent, zoals het gezin, de stam, de buurt. Het is een leefgemeenschap waar lief en leed wordt gedeeld. Zij wordt bijeengehouden door een gevoel van saamhorigheid. Het voornaamste doel is het samenzijn zelf.

De organisatie is de tegenpool: een onpersoonlijke bewust geconstrueerde vorm van samenwerking, in het leven geroepen om een bepaald doel te verwezenlijken, bv. een bedrijf, een universiteit etc. Uit eigen vrije wil treedt je toe en de duur van het lidmaatschap is beperkt. Je bent er ook maar een deel van je tijd en met een deel van je persoonlijkheid bij betrokken.
In onze maatschappij moet het type gemeenschap steeds meer wijken voor het type organisatie. Dit betekent een verlies aan menselijke warmte en intimiteit.
Er is nog een tweede belangrijk element dat onze cultuur kenmerkt.

Scheiding tussen prive en het openbare leven

In de Westerse cultuur is specialisme en rationalisme heel belangrijk. Niets kun je doen zonder een opleiding genoten te hebben. Niets kun je doen zonder een uitvoerige argumentatie. En als je die twee dingen niet bezit val je buiten de boot in onze maatschappij. Dit heeft pijnlijke gevolgen voor de Gemeente van Jezus Christus.

Het specialisme heeft dit gevolg: men durft zich niet meer uit te spreken als christen over niet-religieuze zaken. Men spreekt als zakenman, als politicus of als wetenschapper en geheel gescheiden hiervan als christen. Dit laatste wordt dan ook vaak overgelaten aan gespecialiseerde christenen, de theologen. De eenheid van het leven is verdwenen. God is gedegradeerd van Schepper en Heer van de wereld tot een privé- mening en een vrijetijdsbesteding.

Het rationalisme heeft als gevolg dat zaken van geloof en godsdienst zijn verdrongen naar het privé leven of nog erger naar het gevoelsleven. Terwijl in het openbare leven, waar we allemaal gezamenlijk deel aan hebben, de ratio, het verstand regeert.

Hier komen we op wat Lesslie Newbigin noemt het meest cruciale kenmerk van de moderne wereldvisie, namelijk in ’s mensen bestaan twee realiteiten te onderscheiden nl. het privé- en het openbare. Een privé leven van waarden en normen waar de persoonlijke keus regeert en waar heel moeilijk te communiceren is, want ieder mag zijn eigen mening hebben over waarden en normen. En een openbaar leven, waar men elkaar voortdurend aanspreekt op feiten. We argumenteren, experimenteren, doen testen totdat we overeenstemming bereiken over de feiten. Want feiten en met name `waardevrije’ feiten zijn de meest geprezen artikelen in onze cultuur.

Dit nu is een voortdurende strijd voor ons christenen. Want één van de fundamentele geloofswaarden is deze: dat geloven, leven en werken geen gescheiden bezigheden zijn, maar fundamenteel en principieel een éénheid. Waar deze drie zaken geloven, leven en werken geen eenheid vormen, daar kun je niet meer spreken van een mens uit één stuk. En is dat nu niet juist het getuigenis van een christen dat hij de heerschappij van Jezus aanvaard over alle terreinen van het leven.

Voor een christelijke leef- en werkgemeenschap, maar ook voor elk christelijk huis of christelijk werk is het van belang dat de plaats waar je leeft en/of werkt gemaakt wordt tot een plaats van gemeenteleven en een plaats van Goddelijke roeping. Dat is geen alternatieve bijkomstigheid, maar van fundamentele betekenis voor de toekomst van de christelijke Gemeente in het westen.

Gemeenschap in kleine kring

Maar als we dit inzien, waar moeten we beginnen met iets te veranderen?
In onze maatschappij is eenzaamheid misschien wel de belangrijkste oorzaak van problemen geworden. Niet alleen alleenstaanden overkomt dit, maar ook het moderne kerngezin kan behoorlijk geïsoleerd raken. Het kerngezin als plaats van samenzijn en geborgenheid staat onder een enorme druk van de almaar oprukkende organisatie structuren.

Daarom is de bijbelse boodschap van Hand 2 en 4 vandaag zo enorm actueel en zo van levensbelang om gepraktiseerd te worden. Een leefgemeenschap van christenen om de gemeenschapswaarden van het gezin te ondersteunen en te bewaren in deze vreselijk ingewikkelde en afstandelijke samenleving. Het is ook een leefverband vanwaaruit of waarin mensen geholpen kunnen worden op een persoonlijke en vriendschappelijke wijze. Zij is minder kwetsbaar dan een gezin, omdat zij uit meer leden bestaat.

Vier essentiele kenmerken voor een christelijke gemeenschap in een westers land

1. Een gezamenlijke identiteit.
Een gezamenlijke identiteit i.p.v. een individuele. Binnen een christelijke gemeenschap bestaat er een band die de gelovigen als broeders en zusters tezamen bindt. “Als één lid lijdt, lijden alle leden mede, als één lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde” (1 Cor.12:26). Alle andere verbanden zoals gezin, werk en verenigingen hebben dit in geheel andere en veelal mindere mate. Jezus zei: “Wie zijn mijn moeder en broeders? ….. Al wie de wil Gods doet, die is mijn broeder en zuster en moeder” (Marcus 3:33-34). Christenen zijn broeders en zusters, één grote familie.

2. Samen delen.
Materiële gemeenschap naast de geestelijke. Er mag in Christus geen onderscheid gemaakt worden naar ras, klasse of status; dit is namelijk in strijd met de liefde. Zie Hand.2:44-45 en 4:32-35. Verder zegt Paulus in 1Tim.6:17-18 dat men zijn hoop niet moet vestigen op `onzekere rijkdom, maar op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wel te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam …’
De geestelijke gemeenschap en eenheid worden ondermijnd als de sociale en materiële gemeenschap en eenheid missen.

3. Soberheid.
“Zalig gij armen, want uwer is het Koninkrijk Gods” (Lucas 6:20). De levensstijl van de christelijke gemeenschap is een uitdrukking van haar verbondenheid met haar Heer Jezus Christus. Als gevolg hiervan wordt zij gekenmerkt door: eenvoud, zelfopoffering, een ontbreken van uiterlijk vertoon en een weigering om op wat voor manier dan ook te buigen voor de god van de mammon. Niet de intentie `eruit halen wat erin zit’ (uit het leven en de schepping), maar de heerschappij van Jezus Christus over alle aspecten van het leven.

4. Medeleven.
Het `lichaam van Christus’ bestaat 24 uur per dag en vraagt dus ook om een 24 uur’s verantwoordelijkheid. Als er sprake is van een geestelijke gemeenschap is, moet deze automatisch leiden tot een sociale gemeenschap, het er zijn voor de ander, helpen en dienen op allerlei vlak.
Als we inzien dat deze zaken van het allergrootste belang zijn, is het belangrijk dit geloof nu gepaard te laten gaan met de erbij horende werken? Maar waar moeten we beginnen?

Verwerkingsvragen m.b.t. het vormen van een gemeenschap

  • Wat vind je van het geschetste onderscheid tussen een gemeenschap en een organisatie?
  • Wat vind je van de stelling: “de intentionele leefgemeenschap ondersteunt de gezinswaarden in de samenleving?”
  • Spreek je persoonlijke motivatie uit waarom je in een gemeenschap wilt wonen.
  • Wat mis je in de huidige groep als gemeenschap?
  • Hoe draag jij bij aan de gemeenschapsvorming van de groep?
  • Als de stelling “de gemeenschap is er voor mij” = 0 en als het “ik ben er voor de gemeenschap = 10. Welk cijfer zou je jezelf dan geven? En ben je daar tevreden over of denk je dat dit anders zou moeten?

M.b.t het intentionale van de gemeenschap

  • Formuleer de doelstelling van jouw gemeenschap.
  • Vertel elkaar hoe je tegen de gemeenschap als intentionele gemeenschap aankijkt.
  • Op welke terreinen wordt er toewijding van je verwacht, denk je?
  • Formuleer samen een aantal punten van toewijding die nodig zijn om aan de doelstelling van jullie gemeenschap als intentionele gemeenschap te voldoen.

© copyright 2001, drs Gijs van den Brink

 

Terug naar overzicht>>

NOTEN

1. J.H. Yoder, The Politics of Jesus, Grand Rapids 1972, 19882. S. Hauerwas, W.H. Willimon, Resident Aliens, Nashville 1989, 19916.
2. Zie het genoemde artikel onder noot 1.
3. Een kleine selectie waardevolle literauur over gemeenschapsleven:
* Jeanne Hinton, Communities, The stories and spirituality of twelve European Communities, Guilford, Surrey 1993.
* Trevor Saxby, Pilgrims of a Common life, Christian Community of Goods through the Centuries, Herald Press, Scottdale 1987.
* Tom Sine, The Mustard Seed Conspiracy, You Can Make a Difference in Tomorrow’s Troubled World, Marc Europe, London 1981.
* Magazine Samenleven, Stichting Elim, Doorn, jrg. 1-11, 1990-2000.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *